Weer onder ons: de Entre Nous
Gepubliceerd op zaterdag 31 december 2016 17:08Na lang en geduldig schuren, en met een vijfvoudige laklaag op de overnaads geklonken mahoniehouten romp, ligt geheel gerestaureerd te pronken in de hal: de scheehouten dubbelwherry de Entre Nous. 7,81 meter lang, rond de 130 kilo zwaar. Gebouwd bij Salter Brothers in Oxford, in de periode circa 1900 – 1920, klaar voor een nieuwe generatie gebruikers, voor wedstrijden en toertochten.
Het veel toewijding eisende verwijderen van de aangetaste oude laklaag is gedaan door de ‘Schuurploeg’: Rogier Klop, George Cortlever, Frits de Graaf, Pim Schimmel, Paul Bakker, Martin Lauriks en Frans van Zomeren. Ze hebben vrijwillig honderden uren in de restauratie van deze prachtboot gestoken, op de woensdagen, over een periode van ruim twee jaar. Het aflakken – binnenkant vier lagen, buitenkant vijf – is gedaan door Vincent en Frans van Zomeren. Rob Bruil, die begin jaren negentig begon met de restauratie van de wherryvloot, bracht zijn kennis en contacten in; hij wist onder andere een adresje in Amstelveen waar de rugleuning nog ambachtelijk met nieuw riet kon worden gemat. Rogier zaagde, sneed en vijlde nieuwe scheehouten, die de vaste open ‘dol’ vormen op de topboorden, waar de met leer beklede riemen in bewegen.
Onder de bank van de slagman is een schuiflaatje voor een kaart, meegebrachte kostbaarheden of een flesje van het een of ander, onder de boegbank bevindt zich een metalen vethouder aan een steel, die tevoorschijn kan worden gedraaid. Om onderweg de leren kragen en manchetten te kunnen smeren, of voor op de billen wanneer die rood en blauw beginnen te worden van het vastebanken. Het bakje zit weer vol, met vaseline!
De vierkante messing opening in de boegbank voor de mast waaraan een zeil kan worden gehesen, is dichtgemaakt. Zeilen zou de boot te zeer in een dwarse richting belasten.
De Entre Nous is de zesde scheehouten dubbelwherry van Willem III die weer als nieuw in de wherryloods ligt. Eerder kregen onder andere de Long Pull, de Zwerver, de Sunflower en de Blackbird een make-over, een enkele in Engeland bij Mark Edwards, Richmond, de meeste in eigen huis.
Het volgende scheehouten-project wordt: de Elida, gebouwd bij de Nederlandse werf G. de Vries Lentsch, en in 1992 al eens onder handen genomen door Rob Bruil.
(tekst Fred van Essen, foto Otto Over)