MENU

Let op!
Er mag op dit tijdstip alleen verlicht gevaren worden en alleen gestuurd en/of met klasse 5 ; Er geldt een waarschuwing in verband met de watertemperatuur ; Er geldt een waarschuwing in verband met de gevoelstemperatuur

De minimale basiskennis

Boeg, rigger, spant, dolklep/overslag, bankje, sliding, voetenboord, roer, stuur, kielbalk, Roeiplaats 1,2,3,4
Riem, blad, manchet, handle

Boottypen

Materiaal
Hout of kunststof: kunststof vraagt veel minder onderhoud en is minder kwetsbaar.

Breedte van de boot.
A-, B-, C- en D-boten en wherry’s

De wherry is een brede overnaadse boot. De andere roeiboten hebben een gladde huid.

De breedte van de boten neemt af van de klasse D-boot naar A.  De C-boot is smaller dan een D boot. De B-boot is weer smaller dan de C-boot. De A-boten zijn het smalst.

Glad of met kiel
A- en B-boten worden gladde boten genoemd. Ze hebben geen buitenkiel (alle boten hebben een binnen-kiel). Als er bij de aanduiding van de boot geen letter staat voor het getal is het een gladde boot. C- en D- boten hebben meestal een buitenkiel.

Samengevat:
A-boten geen kielbalk (gladde boot)
B-boten met kleine binnen-kiel (gladde boot)

Beide boottypes gedeeltelijk gesloten aan bovenzijde met deksels in voor en achterpunt ter ontluchting en afvoer van lekwater.  Onder aan de kielbalk een vinnetje voor de koersvastheid en bijsturen.

C-boten kleinere hebben geen, grotere C-boten wel een kiel waarop meestal een messing of nylon glijstrip is aangebracht. Wherry’s hebben een kiel aan binnen- en buitenzijde (en vaak  kimkielen)

Scullen of boordroeien
Bij het scullen heeft elke roeier twee riemen; bij het boordroeien heeft elke roeier één riem. Als een boot gemaakt is om te scullen, dan wordt dit bij het boottype aangegeven met een ‘x’.

Grootte
Het aantal roeiers in de boot geeft het cijfer aan de boot: in een  4 roeien vier roeiers.

Gestuurd of ongestuurd
De boot kan door een stuurman of -vrouw worden gestuurd.

Indien er een stuurplaats in de boot is, wordt deze aangegeven door een ‘+’.

Een ‘-’ (stuurman- loze boot) geeft aan dat de boot door de roeiers wordt gestuurd met behulp van een voetroer. Dit wordt door één van de roeiers met een beweegbaar voetenbord bestuurd. Als er geen + of – aangegeven staat, is het een boot zonder roer. Deze boot wordt bestuurd met behulp van de riemen, door de roeiers zelf, waarbij de boegroeier de commando’s geeft.

Afkortingen

Wherry’s (met kiel aan binnen- en buitenzijde en vaak kimkielen)
W1x+       ‘Single Wherry’, één roeier, gestuurd
W2x+       ‘Double wherry’, twee roeiers, scullend, gestuurd

D-boten met buitenkiel
D1x          “D-één”, een roeier, scullend, ongestuurd (bv Teil)

C-boten met kiel, waarop messing of nylon glijstrip
C1x          “C-één”, een roeier, scullend, ongestuurd (bv Kapitein Nemo)
C2+         “C-twee”, twee roeiers, boordroeiend, gestuurd (bv Huibrechta)
C2-          “C-tweezonder, twee roeiers, boordroeiend, ongestuurd (bv Nachtwedstrijd 2009)
C2x          “C-dubbeltwee”, twee roeiers, scullend, ongestuurd (bv Nachtwedstrijd 2007)
C2x+        “C-dubbeltwee-met”, twee roeiers, scullend, gestuurd (bv Piet Helle)
C3x+        “C-dubbeldrie-met’, drie scullende roeiers, gestuurd (bv Doorduwer)
C4+          “C-vier”, vier roeiers, boordroeiend, gestuurd (bv Bullewijk)
C4x+        “C-dubbelvier-met”, vier scullende roeiers, gestuurd (bv Amstel)

B-boten met kleine binnenkiel (gladde boot)
B1x          “skiff”, één roeier, scullend, ongestuurd, gladde boot (bv Kruitmolen, Reade)
B4+          “vier-met”, vier roeiers, boordroeiend, ongestuurd, gladde boot (bv Drenthe)

A-boten zonder kielbalk  (gladde boot)

1x             “skiff”, een roeier, scullend, ongestuurd, gladde boot (bv Amstelbrug, Gent)
1x, jeugd  “skiff”, één jeugdroeier, scullend, ongestuurd, gladde boot (bv Kano, Rondo)
2-            “twee-zonder”, twee roeiers, boordroeiend, ongestuurd, gladde boot (bv Eagle Creek)
2x           “dubbeltwee”, twee roeiers, scullend, ongestuurd, gladde boot (bv Lake Penrith)
3x           “dubbeldrie”, drie roeiers, scullend, ongestuurd, gladde boot (bv Stanneke)
4+          “vier-met”, vier roeiers, boordroeiend, gestuurd, gladde boot (bv Guadalquivir)
4-           “vier-zonder”, vier roeiers, boordroeiend, ongestuurd, gladde boot (bv Banyoles)
4x+        “dubbelvier”, vier roeiers, scullend, gestuurd, gladde boot (bv Beekse Bergen)
4x-         “dubbelvier”, vier roeiers, scullend, ongestuurd, gladde boot (bv Meyes, Donau)
6+          “zes”, zes roeiers, boordroeiend, gestuurd, gladde boot (bv Voortvarend)
8*           “dubbelacht”, acht roeiers, scullend, gestuurd, gladde boot (bv Mondriaan)
8+          “acht”, acht roeiers, boordroeiend, gestuurd, gladde boot (bv Maxima)

Lite River     “brede oefenboot” (bv Clien 0,60m breed)
Lite Sport     “brede oefenboot” (bv Ernst 0,75m breed)

Onderdelen van de boot

  1. tilspant
  2. boord
  3. spant
  4. lijfhout/grundel
  5. bint
  6. hoofdspant
  7. voetenbordstrip
  8. spoorstok
  9. binnenkiel
  10. huid
  11. stut / pilaar
  12. asje
  13. (achter) stop
  14. (rol)bankje
  15. sliding
  16. diagonaallat
  17. opstapplankje
  18. hielsteun
  19. voetenriem
  20. voetenbord
  21.  luchtkast

Van achter- naar voorsteven                                                            Van voor- naar achtersteven

  1. roerpen
  2. roerblad
  3. juk
  4. stuurtouw
  5. achtersteven
  6. voorsteven
  7. buitenkiel
  8. kielbeslag
  9. (binnen)kiel
  10. lijfhout of grundel
  11. spant
  12. huid
  13. gladde huid
  14. overnaadse gang
  15. bint of dwarshout
  16. diagonaallatten
  17. stut, pilaartje of mannetje
  18. gangboord of dolboord
  19. (out)rigger
  20. dol
  21. overslag of klep
  22. dolpen
  23. tuurstoel of stuurplaats
  24. buikdenning
  25. voetenbord
  26. spoorstok
  27. pen of vleugelmoer
  28. (rol)bankje
  29. slidings
  30. voorstops
  31. achterstops
  32. opstapplankje
  33. kimkiel
  34. karretje
  35. zandstrook
  36. hoofdspant of roeihout

37.  knietje

38.  taft(doek)

39.  waterkering

40.  boegbal

41.  achtertaft of achterpunt

42.  voortaft of voorpunt

43.  vin(netje)

1.    roerpen

2.    roerblad

3.    juk

4.    stuurtouw

5.    achtersteven

6.    voorsteven

7.    buitenkiel

8.    kielbeslag

9.    (binnen)kiel

10.  lijfhout of grundel

11.  spant

12.  huid

13.  gladde huid

14.  overnaadse gang

15.  bint of dwarshout
16.  diagonaallatten

17.  stut, pilaartje of mannetje

18.  gangboord of dolboord

19.  (out)rigger

20.  dol

21.  overslag of klep

22.  dolpen

23.  stuurstoel of stuurplaats

24.  buikdenning

25.  voetenbord

26.  spoorstok

27.  pen of vleugelmoer

28.  (rol)bankje

29.  slidings

30.  voorstops
31.  achterstops

32.  opstapplankje

33.  kimkiel

34.  karretje

35.  zandstrook

36.  hoofdspant of roeihout

37.  knietje

38.  taft(doek)

39.  waterkering

40.  boegbal

41.  achtertaft of achterpunt

42.  voortaft of voorpunt

43.  vin(netje)
Riemen kunnen we onderscheiden in sculls en boordriemen, ook wel oars genoemd.

De boordriemen zijn langer en dikker dan sculls. De lengte van de riemen is ook afhankelijk van het type blad dat eraan zit: een ‘big-blade’ of een ‘macon’-blad. Een big-blade is groter dan een macon- blad en asymmetrisch van vorm. Riemen met big- blades zijn korter dan standaard riemen.

De riemen voor stuur- of bakboordzijde zijn verschillend en kunnen niet verwisseld worden.

Het verschil wordt aangegeven door middel van een groene (stuurboord), respectievelijk rode (bakboord) band.

We kunnen de volgende delen van een riem onderscheiden:

 

Riggers dienen ervoor om de dollen buiten de boot te plaatsen, waardoor de boot zelf smaller kan zijn.

 

Rigger

Dol
1. trekstang

4.
dol
2. drukstang

5.
dolklep of overslag
3. (til) stangetje

6.
dolpen

7.
klikringetje
3.3 In- en uitbrengen van boten en achterlaten.

1  Het in en uit de loods tillen van Wherry’s

2  C boten en gladde boten: algemeen

3  Het tillen van boten

4  Commando’s bij het uitbrengen van C- boten met een strip op de

kiel

5  Commando’s bij het uitbrengen van een gladde boot

6  Het terugleggen van boten in de loods

3.3.1 Het in en uit de loods tillen van wherry’s

• Laagliggende Wherry

Bij het weggaan
•  Haal het blok of de blokken weg.

•  De boot aan beide punten naar het midden van het gangpad schuiven

•  De leuning van de stuurstoel op zijn plaats zetten, in de loods.

•  De boot recht op de kiel naar buiten schuiven zodat de huid niet beschadigd.

•  Als de wherry in het water ligt het roertje bevestigen

•  De riemen die in de boot liggen worden in de dollen geplaatst.

•  De roeiers gaan zitten. (of de roeiers eerst laten instappen en dan pas riemen plaatsen)

Bij het terugkomen in de haven:

•  Aanleggen aan het vlot. • Uitstappen.

•  De riemen in de lengterichting in de boot leggen met de bolle kanten van de bladen naar boven. (of eerst de riemen uit de dollen en in de boot leggen en dan pas uitstappen)

•  Het roertje verwijderen en in de boot leggen.

•  Boot naar de loods trekken.

•  De wherry haaks op de kant leggen en omhoog uit het water trekken over de kiel de loods in.

•  De leuning losmaken, de binnen- en buitenkant droogmaken, soms hozen of dweilen. Eventueel op een houtje zetten aan een kant. (Boeg) Soms de riggers naar binnen vouwen.

•  Aan de twee punten op de plaats schuiven/tillen zodat de boot precies rechtop en tegen de palen ligt en de blauwe markeringen ter hoogte van de palen staan.

Plaats het wigblok terug onder een hoofdspant zodat de boot niet meer kan kantelen.

Wherrys takelen.

Bekijk het filmpje (https://f.io/tDKvFHS7) en doe het de eerste paar keren met een ervaren roeier. Takelen moet met minimaal 3 roeiers, beter 4 roeiers (zeker bij beginners).

3.3.2. C-Boten en glad materiaal

 

Algemeen

 

• De riemen
De riemen van alle boottypen hangen in speciale rekken op gereserveerde plaatsen. Eerst worden de riemen naar buiten gedragen met het blad naar voren.

•  De beste plaats om ze neer te leggen is: in het midden van het vlot in de lengterichting (alle riemen met de bolle kant naar boven)10.

•  naast het vlot met het blad in het water en de manchet op de rand van het vlot.

De boten
De meeste boten liggen ondersteboven, d.w. z. met de kiel omhoog in de loods en moeten ook zo naar buiten worden gedragen. ALLE boten die gekeerd moeten worden, worden BUITEN de loods gekeerd. Tijdens het keren moet de boot goed hoog worden gehouden, zodat de riggers de grond niet raken.

 

De C-4, C-3 en C-2 met stuurman (met een strip over de kiel), evenals wherry’s worden over de kiel in en uit het water geschoven omdat de boten te zwaar en te breed zijn om evenwijdig aan het vlot in/uit het water te tillen. Houd de boten goed recht op de kiel omdat de huid van deze boten zeer dun en kwetsbaar is.

De boot goed recht houden tijdens he

De huid mag het vlot en de waterrand

 

Het roer van een C-boot wordt pas bevestigd als de boot in het water ligt.

C- boten zonder strip over de kiel en gladde boten worden parallel aan het vlot in het water gelegd en er ook weer zo uitgetild.

Sommige boten liggen dermate hoog in de stellingen dat er hulpmiddelen vereist zijn om de boot in en uit de stelling te krijgen. Gaat het om een lichte boot dan kan er gebruik worden gemaakt van twee verrijdbare trapjes. Plaats elk van de trapjes ter plaatse van de ondersteuningsbalken van de stellingen. Bij het erin of eruit leggen van de boot lopen de roeiers nu voorzichtig (en met gelijke stappen) de trap op of af

3.4 Tillen van boten
In principe is er een persoon die het in en uitbrengen van de boot coördineert: de stuurman, de coach of een roeier. Deze persoon geeft de commando’s en tilt (soms) niet mee.

Iedereen let goed op bij het in en uitbrengen van de boten dat de punten en riggers geen schade toebrengen of oplopen aan of van andere boten, stellingen, deuren en andere obstakels.

Een boot wordt nooit alleen getild: ook een skiff niet.

Wie tilt waar en waaraan?

•  Een boot wordt alleen getild aan de spanten en boorden en,  indien aanwezig, de tilstangen, en aan de wing-riggers.

•  De boot kan niet getild worden aan: slidings, voetenborden en diagonaallatten. Die zijn niet sterk genoeg.

C-boten:

Men tilt aan de punten: 1 of 2 personen aan iedere punt. Niet verder dan 30 cm van de punt.

Bij meer dan 4 personen, verdelen over de roeiplaatsen.

Bij oneven aantal: 1 aan de ene punt, 2 aan de andere punt, de rest verdelen over de roeiplaatsen, tegenover elkaar.

 

 

T C n s

 

 

C4x en C3x=          met stuurman

Een C-2x+, C-2+ Het gewicht va personen verde meer richting st

C2x+= met stuurmande achtersteven

 

 

 

Een C1x/C2x till

Beide roeiers till In- en uit het

vlotrand schuive

 

Een skiff tillen:

Gladde boten: niet tillen aan de punten. Een extra persoon begeleid de boten aan de punten. Over het algemeen worden gladde boten boven het hoofd op de schouder gedragen.

 

Skiff
Een skiff wordt altijd boven het hoofd of liggend op de schouder gedragen. De roeier tilt aan de stang bij het voetenbord of aan de boorden bij de riggers, een helper assisteert bij de voorpunt. Men kan een skiff ook aan de twee punten tillen, vooral omdat dit een beter (over)zicht geeft.

 

Tweemans boten: Een roeier aan de stang/spant bij voetenboord of stuurplaats, de 2de roeier bij eerste spant achter de waterkering.

 

Viermans-boten: 2 boegroeiers aan boegkant, nr. 3 bij de slagplaats, nr. 4 bij de stuurplaats.

 

Achtmansboot (boordroeien en dubbelacht scullen): Boegen aan de boegkant van hun roeiplaats, slagen aan de slagkant van hun roeiplaats. Op lengte verdelen over de boot. Eventuele helpers aan de punten om te begeleiden.

 

4.5 Commando’s bij het uitbrengen
4.5.1 Commando’s uitbrengen C- boten met een strip op de kiel
De volgende commando’s worden gebruikt bij het naar buiten brengen van een C-boot met een strip onder de kiel.

 

Let op! Handen aan de boorden… Nu

Roeiers staan op de juiste plaats en pakken het boord vast,

Tillen gelijk… Nu

Iedereen tilt gelijk,

Lopen…Stop
Met boot naar buiten lopen en stoppen als de stuur dat zegt,

Draaien met de kiel naar de Amstel… Nu Roeiers draaien de kiel richting Amstel.

Variant: ‘draaien met de kiel naar land’,

Dolkleppen/overslagen open
Dolkleppen aan waterzijde van de boot worden geopend. Dit kan ook als de boot op de kiel staat,

Boot aan de rand van het vlot
De boot wordt op de kiel schuin aan de rand van het vlot gezet, Schuiven

De boot wordt in het water geschoven en daarbij goed recht gehouden. Nadat de boot in het water ligt, wordt hij zo nodig langs het vlot gelegd,

Riemen in de dollen
Eerst worden de riemen aan de vlotzijde in de dollen gelegd, dan de riemen aan de waterzijde met het handvat op het vlot en het smalste deel (de hals) in de dollen.

 

3.5.2 Commando’s bij het uitbrengen van een gladde boot
De volgende commando’s worden gebruikt bij het naar buiten brengen van een boot die parallel aan het vlot in het water gelegd wordt:

 

Hoogliggende boot

Handen aan de boorden
Roeiers gaan onder de boot staan op de juiste plaats Uitschuiven gelijk…. Nu Indien er aan de stelling uitschuifbare dragers zijn: de dragers uittrekken. Vervolgens onder de boot gaan staan en met iedere hand een boord vastpakken,

Tillen gelijk….. Nu
Op het commando “Nu” boot stukje optillen en kantelen, zijwaarts stappen naar midden van de  loods. Direct aansluitend volgende commando:

Op de rechter/ linker schouder….Nu

Boot wordt op aangegeven schouder gelegd,

Lopen…… Nu

Boot naar buiten en naar de rand van het vlot dragen,

Stop

Roeiers stoppen

Boven de hoofden en voor de buiken… Nu
Boot eerst hoog boven de hoofden brengen met gestrekte armen en vervolgens aan de waterzijde op buikhoogte brengen,

Overslagen/kleppen/dolkleppen los

Boot iets kantelen en op het bovendijbeen leggen,

Tenen aan de rand van het vlot Ver wegzetten……Nu

Voorzichtig de boot in het water leggen. Pas op het vinnetje

 

Laagliggende boot die op zijn kop ligt Let op
De roeiers staan aan een zijde van de boot,

Mogelijkheid 1

Uitschuiven gelijk…. Nu

Indien de boot op uitschuifbare dragers ligt

Uitsplitsen en Handen aan de boorden
De roeiers gaan om en om, ieder aan een kant, tegenover hun rigger staan (boordboot, of tussen de riggers (scullboot) en pakken de boord (met twee handen)

Tillen gelijk …… Nu
Boot naar het midden van de loods brengen en dragers inschuiven.

Mogelijkheid 2

Handen aan de boorden
Indien niet op uitschuifbare dragers: een hand aan het ene boord en de andere arm over de boot naar de andere boord.

Tillen gelijk …… Nu

Roeiers tillen de boot naar het midden van de loods,

Uitsplitsen van boeg af aan
Om en om en een voor een onder de boot door naar de andere zijde kruipen en met 2 handen het boord vasthouden.

Verder voor alle twee de mogelijkheden

Lopen…. Nu

Boot in de handen de naar het vlot brengen,

Boven de hoofden…. Nu
Op het vlot wordt de boot met twee handen aan een boord omhooggetild en boven het hoofd pakt 1 hand de andere boord,

Voor de buiken…. Nu

Aan de waterzijde voor de buiken brengen,

Overslagen/dolkleppen los

Boot iets kantelen en op het bovendijbeen leggen,

Tenen aan de rand van het vlot Ver wegzetten……Nu

Voorzichtig de boot in het water leggen. Pas op het vinnetje

3.6       Terugleggen in de loods
Het terugleggen van C-boten in de loods gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbrengen.

•  Riemen uit de dollen en opbergen

•  Roertje verwijderen en opbergen • Boot op de kant schuiven: over de kiel!

•  Dolkleppen vastmaken.

•  Tillen van de boot

•  Draaien van de boot nog buiten de loods

•  Boten op twee schragen leggen en zo mogelijk schoonspoelen en droogmaken (ook van binnen)

•  Aan de boorden naar binnen dragen.

•  In de stelling c.q. op het bootwagentje leggen

Let op de merkstrepen of pijlen en let erop dat de boot niet op de riggers ligt

Bij het terugleggen in de loods van gladde boten en light boats let je op de volgende zaken:

•  Deksels open

•  Verticaal uit het water tillen (met een hand aan spant of stang tillen, met de andere hand de boot van je afduwen),

•  Omgekeerd op de schragen leggen, afspuiten en aflappen (ook van binnen),

4               en
•  Overslagen dicht,

•  In de handen of boven de hoofden de loods indragen,

•  Op stelling leggen (merkstrepen of pijlen geven aan waar de boten op de balken rusten),

•  Controleer of de boot niet op de waterkering of op de riggers ligt (mag wel op wing-riggers!),

•  Bij het in de stelling leggen moet de boot gekanteld worden en mag de boot niet geschoven worden. Het kantelen zorgt ervoor dat de afstand tussen je boot en de dollen van de daarboven liggende boot groot blijft,

•  Tennisballen aanbrengen op de dollen.

Pijl geeft deTe vroeg

route